In het Zeeuwse Middelburg heeft ’s Heeren Loo haar oog laten vallen op een mooi groot perceel aan de Oostperkweg. Eigenlijk zijn het twee percelen, die gescheiden worden door de Middelburgse watergang en daardoor beschikt elke perceel over een eigen “stedenbouwkundig-karakter”. Daar waar het perceel aan de Oostperkweg aansluit op de bedrijvigheid langs deze weg, daar biedt het andere kavel juist rust, ruimte en groen. Dit vormt de ideale verkaveling voor de vraag naar enerzijds een nieuw dagbestedingsgebouw gecombineerd met het regiokantoor en anderzijds de vraag naar vier woonclusters. Het perceel gelegen aan de Oostperkweg biedt een mooie plaats voor het nieuwe dagbestedingsgebouw met regiokantoor. Dit gebouw vormt tevens de entree naar de woonclusters, die ingepast worden op het achtergelegen groene kavel. Door de watergang worden de twee werelden fysiek van elkaar gescheiden, ook in de architectonische uitwerking is ervoor gekozen om deze scheiding duidelijk kenbaar te maken. Een brug, die zeker niet prominent aanwezig is, verbind de twee delen met elkaar, waardoor de functionele verbinding tussen de twee delen mogelijk wordt gemaakt. Dankzij de aansluiting op het “Middelburgse ommetje” is het terrein tevens toegankelijk voor voetgangers van buitenaf die graag een rondje in de omgeving willen lopen.
maatschappelijk_3
Stads werken, landelijk wonen
- Type: Nieuwbouw
- Opdrachtgever: 's Heeren Loo
- Ontwerp: 2024
- Realisatie: 2025
- Aannemer: n.v.t.
1 gebouw 2 gezichten
Het dagbestedingsgebouw met regiokantoor is een tweelaags gebouw met een duidelijke scheiding in gebruik, deze functionele scheiding is duidelijk zichtbaar gemaakt in de architectuur. Op de begane grond zijn huiskamers voorzien, ten behoeve van de dagbesteding van cliënten. Deze huiskamers zijn gericht op het achterliggende terrein, waardoor aan de voorzijde van het gebouw de meer gesloten functies zijn geplaatst. Langs de Oostperkweg vormt deze laag, door de gesloten functies, een (gesloten) wand, terwijl het gebouw zich aan de andere zijde opent naar het groene perceel met de woonclusters.
De verdieping met kantoor- en overlegruimten heeft geheel rondom een open karakter. Het kantoorgedeelte ligt als een iets verschoven los blokje bovenop het dagbestedingsgebouw. Beide gebruiksfuncties beschikken elk over een eigen entree, waardoor zij los van elkaar kunnen functioneren. Vanbinnen is er wel een fysieke verbinding aanwezig die desgewenst en naargelang het gewenste gebruik afgesloten kan worden. De hoofddraagstructuur en de gevelverdeling van het kantoorgebouw zijn dusdanig opgesteld, dat deze desgewenst op een relatief eenvoudige wijze aangepast zou kunnen worden naar grotere of juist kleinere kantoorruimten.
Op het achterliggende perceel was de wens om vier wooncluster te realiseren, de keuze voor twee hofjes met elk twee woonclusters was snel gemaakt. Enerzijds werd deze keuze afgedwongen door de vorm van het perceel, anderzijds was dit een wenselijke situatie in het gebruik van de bewoners. De twee woonhofjes worden fysiek van elkaar gescheiden door een sloot, een grote keerlus verbindt de hofjes aan elkaar en maakt ze tevens bereikbaar voor incidenteel benodigd autoverkeer. Op de hofjes worden auto’s zo veel mogelijk geweerd, de voetganger staat centraal.
De lage bebouwing van de woonclusters past zich goed in de groene situatie, zowel qua hoogte als qua vorm. De langgerekte gebouwen vormen zich langs de perceelsgrenzen, waardoor de twee hofjes elk een andere uitwerking krijgen. Het meest noordelijke hofje opent zich meer naar buiten, terwijl het zuidelijke hofje zich meer naar binnen vormt in de situatie. Een wooncluster bestaat uit een relatief laag en langgerekt bebouwingsblok, daardoor ontstond de wens om deze blokken in de vormgeving “op te knippen” in kleinere delen. In de architectonische uitwerking heeft elke deel een eigen materialisering en daarmee ook een eigen herkenbaarheid gekregen. Bij de keuze van de materialen en kleuren was een bepaalde cohesie tussen de materialen wel van belang. De hofjes moeten tenslotte een prettige en rustige omgeving bieden voor de bewoners en aansluiten bij het groene karakter van het perceel. Gekozen is voor twee verschillende lichte kleuren metselwerk en natuurlijk vergrijzende houten delen. Enkele accenten worden gemaakt met geveldelen in warme grijze tinten.